Voedsel Anders werkt samen met de gemeenten Wageningen, Ede, Renkum, vereniging Toekomstboeren en enkele duurzame streekproducenten om de lokale afzet van duurzaam geproduceerd voedsel in de regio verder te helpen.Om innovatieve afzetpunten vorm te geven, heeft het project Goed Punt kennis vergaard op de volgende drie gebieden:
- obstakels en successen van bestaande korte keten initiatieven
- wensen en behoeftes van inwoners in de drie gemeenten
- consumenten betrokkenheid bij de afzetpunten in de drie gemeenten
Een onderzoeker en studenten van de Aeres Hogeschool, studenten van de Wageningen Universiteit en Voedsel Anders hebben het onderzoek uitgevoerd.
1. Nederlandse korte keten initiatieven: uitdagingen en successen
In de afgelopen jaren zijn er veel verschillende coöperaties, afzet- en ophaalpunten, streekwinkels en andere zogenoemde ‘boer/burger-allianties’ opgericht in Nederland. Sommige van deze initiatieven floreren, terwijl andere het niet haalden. In dit onderzoek heeft Henk Renting van AERES Hogeschool Almere, in een literatuuronderzoek, lessen en inzichten uit korte ketenervaringen gebundeld om ze te systematiseren.
Literatuuronderzoek naar bestaande studies over korte ketens
Uit het litteratuuronderzoek blijkt dat er veel onderzoeken zijn gedaan in de korte keten, maar slechts weinig onderzoek is naar korte keten initiatieven van burgers eventueel ism producenten. Vaak zijn de onderzoeken gericht op ‘streekproducten’ en initiatieven van producenten. De onderzoeken zijn daarnaast vaak conceptueel met weinig aanknopingspunten voor praktische acties en aanbevelingen.
Succesfactoren voor het project Goed Punt:
- Heldere keuze wie de doelgroep van Goed Punt is (zie onderstaande afbeelding)
- Manieren om consumenten/burgers aan Goed Punt te verbinden door middel van marketing, communicatie en organisatievorming (community vorming)
- Heldere keuze wat het onderscheidende aanbod en kwaliteit van producten van Goed Punt zijn: Lokaal? Direct van producenten? Duurzaam? Biologisch? Geen verpakkingen?
- Organisatie en logistiek vormgeven met betrokkenheid producenten en consumenten/ burgers
Interessante voorbeeldprojecten:
Gedeelde Weelde Maastricht, Groenteclubs, Voedselteams/buurtmarkten met logistiek via Local Food Works, Symbiose, Good Food Club, Van Mien.
Een aantal van deze initiatieven zijn uitvoerig gepresenteerd bij het Voedsel Anders Webinar ‘start je eigen voedselgemeenschap’. Lees hier het verslag van deze workshop en kijk het terug.
NB: Dit onderzoek wordt nog aangevuld met interviews, uitwisselingen en bezoeken aan bestaande initiatieven.
2. Behoeftes en wensen van de inwoners uit Ede, Wageningen en Renkum mbt een afzetpunt
“Welke behoeften en wensen leven er bij de inwoners uit Ede, Wageningen en Renkum voor afzetpunten van duurzaam en lokaal voedsel?”
AERES Hogeschool (Wageningen) studente Irini Janssen heeft voor haar afstudeeronderzoek een online enquête en 9 diepte-interviews gedaan. Via de enquête heeft ze 367 bewoners van Ede, Renkum en Wageningen gevraagd wat hun behoeften en wensen zijn mbt. afzetpunten van lokaal en duurzaam voedsel.
Gegevens van de respondenten: Van de enquête respondenten wonen 25% in Ede, 21% in Renkum en 52% in Wageningen. De respondenten zijn niet representatief voor de bevolking van de gemeenten: bijna 86% is hoger opgeleid (HBO/Universiteit), 71% vrouw. Qua leeftijd is het een redelijk gelijke verdeling in leeftijdsgroepen deelnemers van 18 tot 65 jaar.
Resultaten vanuit de enquête:
- Frequentie boodschappen: Een of paar keer per week boodschappen doen
- Transparantie en kennis over de voedselproducten
- Onder duurzaam voedsel verstaan bewoners vooral (in volgorde van meest genoemd): Lokaal (binnen straal 50 km), biologisch, duurzaam verpakt, geen bestrijdingsmiddelen en lage milieu impact.
- Meest voorkomende kenmerken die bewoners belangrijk vinden voor voeding: gezond, eerlijke prijs voor de boer, zo min mogelijk bewerkt, gezonde bodem en meer biodiversiteit, geen of minder chemische bestrijdingsmiddelen.
- Vrijblijvende betrokkenheid: 22% geeft aan betrokken te willen worden bij het afzetpunt, 53% ‘misschien’. 226 personen geven aan klant te willen worden. 27 personen willen betrokken zijn bij de besluitvorming van het afzetpunt, 45 personen willen als vrijwilliger betrokken zijn. Hoe jonger de respondenten, hoe meer respondenten aangeven open te staan om zich in te zetten als vrijwilliger.
- Solidaire prijs: Het grotendeel van de respondenten (61%) vinden dit een goed initiatief. 23% gebruikt het graag. Solidaire prijzen kunnen worden ingezet om mensen met een laag inkomen meet toegang te geven tot betaalbaar, lokaal en duurzaam voedsel, bijvoorbeeld door 2 prijsniveaus, of uitgestelde boodschappen.
Aanbevelingen voor het afzetpunt aan de hand van de uitkomsten van de enquête:
- Zorg dat de boodschappen op meerdere dagen kunnen worden afgenomen.
- Locatie: liefst in/of bij het centrum van de gemeentes. Bijvoorbeeld op een schap in de supermarkt of passende ondernemer waar assortiment uitgebreid kan worden.
- Zuivel, verse groente, brood, vlees graag uit eigen regio (conserven en verwerkte producten minder belangrijk).
- Richt vooral op bewoners die al wel belangstelling hebben voor lokaal en duurzaam.
Download hier:
– het volledige onderzoeksverslag van Irini Janssen
3. Consumenten betrokkenheid bij nieuwe afzetpunten van lokaal en duurzaam voedsel
“Welk soort afzetpunt voor lokaal en duurzaam voedsel dat betrokkenheid van consumenten aanmoedigt past het beste bij de wensen en behoeften van consumenten in Wageningen, Renkum en Ede?”
WUR studenten Anouk Hagens, Josje Noë, Charlotte Stam, Gelieke Steeghs, Guusje van Tienhoven en Martine Wijnstra hebben een 8-week onderzoek gedaan naar consumenten betrokkenheid bij nieuwe afzetpunten van lokaal en duurzaal voedsel in de drie gemeenten. Ze hebben voor dit onderzoek een diversiteit aan methoden gebruikt: een literatuurstudie, 8 diepte-interviews, 2 focus groepen, en een data-analyse van de enquête van Irini Janssen (367 respondenten).
Algemene aanbevelingen van de ACT studenten aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek:
- Ten minstens 1 afzetpunt per gemeente, in combinatie met een gezamenlijke webshop (+ app)
- Meer afhaalpunten per gemeente zorgt voor meer toegankelijkheid.
- Bevorder samenwerking in plaats van concurrentie met al bestaande initiatieven: die kunnen afhaalpunten worden.
- Breed assortiment voor het gemak, met minimale verpakking
- Transparantie over productkeuzes, herkomst van de producten en productieproces geeft meer duidelijkheid aan de consumenten over de concepten ‘lokaal’ en ‘duurzaam’.
- Vrijblijvend betrokkenheid van de consumenten bij de afzetpunten.
Aanbevelingen aan de gemeenten:
Ede:
- Verschillende afhaalpunten in wijken/dorpen van de gemeente voor meer toegankelijkheid
- Maak een overzicht van de bestaande lokale streekproducenten in de gemeente
- Stel ambassadeurs aan die het afzetpunt promoten in verschillende wijken/dorpen
- Breng de consumenten samen door middel van een centrale locatie, of ten minstens met activiteiten (buurtdiner)
- Grootste belemmering: weinig kennis over bestaande initiatieven
Renkum:
- Creëer een centraal afzetpunt in het centrum van Renkum
- Maak van het afzetpunt een ontmoetingsplek voor community building
- Grootste belemmering: afstand
Wageningen:
- Werk samen met bestaande initiatieven, maak gebruik van een bestaande winkel in het centrum voor het afzetpunt
- Betrek studenten als vrijwilligers in ruil voor gratis producten
- Wees transparant over gemaakte keuzes (herkomst producten)
- Grootste belemmering: gemak
Aanbevolen vervolgstappen
- Online platform: Voorzie direct in de behoeften van consumenten in drie gemeenten
- Marktkraampjes: Laagdrempelige manier om afhaalpunten te creëren en het initiatief zichtbaar te maken. Maak gebruik van studenten in ruil voor gratis producten.
- Verschillende afhaalpunten: Voorzie de verschillende behoeften per gemeente en probeer community building te stimuleren
Download hier:
– de flyer voor: Ede, Renkum, Wageningen
– het volledige verslag van de ACT studenten (ENG, 47 pagina’s)
– de aanbevelingen van de ACT studenten op basis van het onderzoek (NL, 4 pagina’s)
Deze onderzoeken zijn mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de POP3 Korte Voorzieningsketens van de Provincie Gelderland en de Europese Unie.