Op donderdag 22 april voerden we een gesprek over voedsel als sleutelfactor voor een gezonde planeet. Zo’n 70 mensen spraken over wat er allemaal wèl kan door zelf en samen aan de gang te gaan met ons eten. Voedsel Anders organiseerde de avond samen met Lisanne van Oosterhoud, jongerenambassadeur van het World Food Forum en Liane Lankreijer van Ons Eten Den Haag.
Kijk het evenement hier terug:
Lisanne van Oosterhoud
Het World Food Forum is een wereldwijde beweging geïnitieerd vanuit het FAO Youth voor, door en met jongeren, meer hierover zie je in dit filmpje. Lisanne vertelde hoe voedsel een rol speelt in bijna alle onderdelen van ons dagelijks leven. Het is verbonden met de natuur, het water, de bodem en leefomgeving, onze aarde en de biodiversiteit. Het is uiteraard een belangrijk onderdeel van onze gezondheid, zowel fysiek als mentaal, ons sociale leven en onze cultuur en geloof. Ook is voedsel onderdeel van economie en arbeid, honger en armoede en emoties.
Juist door de rol van voedsel op zoveel terreinen, kan voedsel ook een centrale oplossing zijn voor veel maatschappelijk en wereldwijde problemen. Hierin heeft het lokale invloed op het internationale, en de keuze die wij hier maken heeft invloed op ergens anders op de wereld.
Daarom willen we in gesprek en zoveel mogelijk mensen bereiken- over wat WEL kan in plaats van te blijven hangen in wat niet kan. Of je nou burger, boer, beleidsmaker, initiatiefnemer of wetenschapper bent, iedereen kan in gesprek gaan met mensen om zich heen. Een dialoog voeren als krachtig middel om anderen aan het denken te zetten, maar ook om zelf aan het denken te worden gezet. We hopen dat zo steeds meer mensen inspireren om met oplossingen rond voedsel aan de slag te gaan.
Marlise Vroom
Marlise Vroom van de Friese Voedselbeweging gaf aan hoe belangrijk lokaal voedsel kan zijn: het is uit de buurt dus minder klimaatkilometers, het draagt bij aan de relatie tussen boer en burger, je ziet wat je eet en dat lokaal duurzaam geproduceerd ook bijdraagt aan meer smaak, landschap, biodiversiteit etc. Hoe simpel lokaal eten ook klinkt, het is een gedragsverandering en we weten hoe lastig dat kan zijn. Van ons huidige voedselpatroon overstappen naar een lokaal, gezond, duurzaam patroon is vergelijkbaar met het stoppen met roken. Het is niet alleen iets wat je zelf bepaalt, maar ook de verleidingen in de supermarkt, de reclames, het prijsverschil tussen gezond en ongezond voedsel en het voor onze hersenen verslavende productaanbod van producten met suiker/zout en vet.
“Boeren hebben het hartstikke moeilijk maar als we inzetten op innoveren voor vitale voeding en de boer als apotheker van de toekomst maken we ontzettend veel mooie stappen”
Marlise Vroom, de Friese Voedselbeweging
Kortom: onze hele voedselomgeving heeft invloed op wat we eten. Marlise: “Daarom hebben we met de Friese Voedselbeweging in opdracht van de provincie Fryslan gewerkt aan een Friese Samenwerkingsagenda Voeding en Gezondheid.” Hierin wordt helder hoe de honderden initiatieven in Friesland bijdragen aan een gezonde voedselomgeving en wat er zou kunnen gebeuren om deze kracht van onderop goed te benutten. Friesland barst daarmee van de kan-wels. Marlise noemt bijvoorbeeld Streekboeren & Co gericht op B2B markt in gebiedscoöperatieve vorm met directe afspraken tussen boeren en afnemers, de Buurtmarkt, maar ook een heel klein initiatief in Makkum, waar veel enthousiasme ontstaat en ook de huisarts en de boeren uit de buurt aanhaken. Verder vertelt ze over de Food Alliantie Noord Nederland, Blue Delta Noord Nederland enz. Tenslotte geeft ze een doorkijk: “Boeren hebben het hartstikke moeilijk maar als we inzetten op innoveren voor vitale voeding en de boer als apotheker van de toekomst maken we ontzettend veel mooie stappen”. Dat kan alleen als we samen werken.
Cristina Grasseni
Cristina Grasseni van Universiteit Leiden doet onderzoek naar ‘Food-citizens’ oftewel voedselburgers – hoe wij als collectief in ons voedsel voorzien. Als antropoloog licht ze toe dat de manier waarop we naar voedsel kijken ook wordt bepaald door onze cultuur en historie. Vergelijkingen tussen Gdansk in Polen, Turijn en Rotterdam laten bijvoorbeeld een andere geschiedenis zien, een ander idee over wat gemeenschappelijk is en wat individueel en een andere relatie met voedselproductie zoals stadslandbouw. Soms is voedsel heel politiek, soms is er juist sprake van stille duurzaamheid – als mensen uit gewoonte al duurzaam gedrag hebben, bijvoorbeeld geen voedsel verspillen.
Eva Koffeman
Eva Koffeman is de eerste Nederlandse VN Jongerenvertegenwoordiger Biodiversiteit en Voedsel ooit. Zij geven gastlessen aan scholen, gaan in dialoog met jongeren en organiseren projecten om te kijken hoe jongeren denken over biodiversiteit en voedsel en wat er speelt in hun belevingswereld. Dit vertalen zij naar nationale en internationale politiek. Voedsel is o.a. voor jongeren een van de makkelijkste manieren om direct impact te maken en is voor iedereen elke dag een nieuwe kans omdat iedereen dagelijks eet. Ook zit er van alles in. Juist voor jongeren is de toekomst in gevaar op allerlei verschillende vlakken. Met een dialoog worden mensen betrokken bij een vraagstuk, wat vaak bij een gewone informatiecampagne mist omdat deze makkelijker te negeren zijn. Volgens haar ervaring is er veel bereidheid voor mensen om betere keuzes te maken, maar niemand vindt het fijn op zijn gedrag aangesproken te worden. We moeten met elkaar over creatieve oplossingen nadenken en kijken naar de acties die we wel kunnen doen.
Wat de VN kan doen, is voedsel op de agenda zetten en het is belangrijk dat ze meer awareness creëren en dat ze de noodzaak nog meer laten zien. Ook is het belangrijk dat er internationale afspraken worden gemaakt, vooral over de grootschalige landbouw. Op de vraag wat zij zelf doet, geeft Eva bijvoorbeeld aan dat ze zo veel mogelijk biologisch koopt, maar als student is ze daarin beperkt door haar budget.
In de groep wordt intussen druk gechat en gedeeld welke mooie voorbeelden er zijn om in je eigen omgeving het verschil te maken met voedsel. Daarbij wordt in de discussie ook gewezen op de economische factoren die bepalen hoe wij met ons voedsel om gaan: een consument heeft niet altijd de financiële ruimte die nodig is voor gezond en duurzaam voedsel. En boeren krijgen niet de prijzen die ze nodig hebben of hebben het moeilijk met de beperkte mogelijkheden van lokale afzet.
Eva antwoordt hierop dat de lokale overheid hier een belangrijke rol in kan spelen door gezonde en biologische voeding goedkoper te maken en daardoor mensen te stimuleren in hun keuze. Daarnaast zou de landelijke overheid kritischer moeten zijn op vrijehandelsverdragen die de markt overspoelen met goedkoop voedsel wat met niet-duurzame manieren is geproduceerd, waardoor er niet tegenop te concurreren is voor de Nederlandse boeren.
Wat is jouw kan wel?
Na een kort intermezzo waarbij de compassie en de verbinding met de aarde werd beleefd werd in kleine groepjes verder gesproken. Hier ontsponnen zich gesprekken over de eigen rol en deelden we onze kan-wels met elkaar.
Voorbeelden van een aantal kan wels:
- Luisteren: Mensen weten zelf het beste waar ze de meeste behoefte aan hebben.
- Ik zet mij in om de productie van duurzame streekproductie te promoten als basis voor een alternatief voor boeren. Er is op dit moment veel belangstelling voor bij consumenten, dus nu een tandje erbij geeft nieuwe kansen voor boeren.
- Juttetuin www.juttetuin.nl. Een eetbare tuin en composthoop in een jutezak. Goed voor scholen en kinderopvang.
- Moestuin op braakliggende terreinen in de stad, onder het motto “Gebruik de lege ruimte”: Mensen kennis laten maken met het telen van groenten, laten zien dat het ook in de stad kan. Voorbijgangers en vrijwilligers worden enthousiast en bewust.
Een aantal voorbeelden van kan wels (hoef je nog niet zelf te doen) waarvan deelnemers denken dat die veel impact kunnen maken:
- Wees enthousiast, begin te doen ipv alleen te praten, laat zien hoe het kan zijn
- Een centrale verwerkingsunit in de regio. Veel kleine producenten zijn niet in staat te voldoen aan de wensen van bv. horeca en grootverbruikers om hun producten in een makkelijk te verwerken vorm aan te bieden.
- Steden die keuze maken om ander voedselsysteem te ondersteunen: zichtbaar maken van de beweging en initiatieven in alle regio’.
- Mensen met een laag inkomen de mogelijkheid geven om gezond en eerlijk voedsel te laten kopen!
- Voedsel coöperatieven oprichten – korte ketens en lokale directe verkoop van landbouwproducten
Rianne van Zandbrink gaat vaak in haar eigen omgeving dialogen aan en probeert hierbij allereerst oprecht te luisteren naar waarom mensen niet kunnen veranderen. Misschien zit namelijk daar juist wel de punten om echt verandering teweeg te brengen. Je hoeft het niet eens te zijn met iemand zijn mening, maar het is goed om de mening te snappen.